Het hoogstimulatieve kind

Hoe herken je een hoogstimulatief kind?

Een hoogstimulatief kind merkt veel op in zijn omgeving, en heeft daarbij de neiging om in beweging te komen, om op dat wat hij opmerkt af te gaan. Een hoogstimulatief kind heeft behoefte aan afwisseling, aan nieuwe ervaringen en kan emotioneel intens reageren. Zodra dit kind vanuit zijn gevoeligheid contact legt met de wereld om hem heen, treedt er een activering van gedrag op.

Kernwoorden

Een hoogstimulatief kind is:

  • beweeglijk
  • intens
  • intuïtief
  • onderzoekend
  • aandacht vragend
  • soms tegendraads of agressief

Kenmerken

Een hoogstimulatief kind:

  • is gevoelig voor stimulansen
    Zodra hij iets waarneemt dat nieuw, leuk of interessant is, gaat hij erop af.
  • staat erg open
    Hij is gevoelig voor sferen en stemmingen en heeft de neiging sterk mee te bewegen met de dynamiek om hem heen.
  • kent intense emoties
    Hij kan uitbundig blij en betrokken zijn, maar heeft ook regelmatig boze buien en kan explosief reageren.
  • wil de ander krachtig ervaren
    Hij probeert uit of je stevig staat, door over grenzen te gaan, regels niet te accepteren, niet te luisteren bij een terechtwijzing. Ouders zeggen vaak: hij wil de baas zijn in huis.
  • heeft behoefte aan ruimte en vrijheid
    Hij houdt van experimenteren en improviseren, en heeft beweging nodig om zijn aandacht en concentratie vast te houden.
  • is visueel ingesteld
    Hij heeft daardoor moeite met planning en structuur (op tijd op school zijn is vaak een probleem) en op school zijn er vaak leerproblemen.

Toelichting: hoe herken je een hoogstimulatief kind?

Ouders en leerkrachten hebben bij een hoogstimulatief kind vaak te maken met bepaald probleemgedrag. Thuis: woedeaanvallen, druk zijn, geen nee accepteren, slaan, schoppen, regels overtreden, schreeuwen, anderen de schuld geven, de baas in huis willen zijn, confronterende opmerkingen maken. Op school: rondlopen in de klas, druk zijn, niet luisteren, niet te corrigeren, met spullen gooien, woedeaanvallen, voortdurend praten, het lokaal uitgaan, clownesk gedrag.

Er zijn verschillende interpretaties voor dergelijk gedrag, namelijk overprikkeling, ‘hij wil niet luisteren’ of ‘hij heeft een sterke wil’. Om bij zijn kwaliteiten te kunnen blijven heeft een kind vaardigheden nodig. Bij een hoogstimulatief kind zijn die vaardigheden vaak ontoereikend, waardoor er probleemgedrag optreedt. Een hoogstimulatief kind wil wel voldoen aan wat ouders en leerkrachten van hem vragen, maar het lukt hem vaak niet omdat hij de vaardigheden mist. En omgaan met overprikkeling kun je leren – als je vaardigheden goed ontwikkeld zijn.